a

Documentatie

Overzicht van Burundi

Een koninkrijk gesticht in de 16e eeuw

​Gegevens over de oorsprong van Burundi steunen op mondelinge overlevering en archeologie. Volgens een van de legendes werd de Burundese natie gesticht door een man genaamd Cambarantama uit Buha aan de oevers van het Tanganyikameer.

Het eerste archeologische bewijs van een Burundese staat dateert uit de 16e eeuw in het oostelijke deel van de huidige grenzen. Vervolgens werd het geleidelijk aan uitgebreid in rivaliteit met Rwanda. Het beleefde zijn grootste expansie tijdens het bewind van Ntare IV, die het land van 1796 tot 1850 regeerde en de oppervlakte ervan verdubbelde.

Het koninkrijk Burundi wordt gekenmerkt door een sterke sociale hiërarchie en stroeve handelsregels. De koning (mwami) staat aan het hoofd van een prinselijke aristocratie (ganwa) die het grootste deel van het land bezit en een deel opeist van de oogst en kuddes van de boeren die ervoor instaan. In het midden van de 18e eeuw versterkte de koninklijke familie haar gezag over land, productie en distributie door het ontwikkelen van een systeem van mecenaat, de ubugabire, waarbij de bevolking koninklijke bescherming kreeg in ruil voor haar productie.

Duits Oost-Afrika

​De eerste Europese ontdekkingsreizigers en missionarissen maakten vanaf 1856 korte uitstapjes naar de regio. In tegenstelling tot zijn Rwandese tegenhanger, die de Duitse voorstellen aanvaardde, verzette koning Mwezi IV Gisabo zich tegen alle westerse inmenging, weigerde hij Europese kleding te dragen en verbood hij de aanwezigheid van missionarissen en bestuurders. Vanaf 1899 brachten de Duitse troepen zware verliezen toe aan de legers van de koning, maar behaalden de overwinning niet. Ze steunden toen een van de schoonzonen van de koning, Maconco, in een opstand tegen de vorst en dwongen Gisabo om trouw te beloven aan hen om de opstand te beheersen. Het Duitse Oost-Afrika, opgericht in 1891, heeft Burundi en de kleine aangrenzende koninkrijken aan de oostelijke oevers van het Tanganyikameer officieel ingelijfd op 6 juni 1903.

Belgisch Koloniaal Rijk

​​In 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog, landden Belgische troepen in de regio. Op het einde van de oorlog verloor Duitsland al zijn koloniën en tijdens de conferentie van Versailles in 1919 kreeg het Koninkrijk België een mandaat over de provincie Ruanda-Urundi, bestaande uit het huidige Rwanda en Burundi, een mandaat dat in 1923 door de Volkenbond werd verlengd. De koninkrijken die grenzen aan de oostelijke oever van Tanganyika werden toegewezen aan het door het Verenigd Koninkrijk beheerde protectoraat van Tanganyika. België beheert het grondgebied onrechtstreeks door te vertrouwen op de Tutsi aristocratie.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Ruanda-Urundi een Voogdijgebied van de Verenigde Naties onder Belgisch bestuurlijk gezag. Op 10 november 1959 stemde België in met een hervorming van het beleid en legaliseerde het meerpartijenstelsel. Er ontstonden twee politieke partijen: 1.de Union pour le Progrès National (UPRONA), een multi-etnische partij opgericht en geleid door de Tutsi Prins en Eerste Minister Louis Rwagasore, en 2. de Christen-Democratische Partij, gesteund door België.

Onafhankelijkheid (1962-…)

​Bij de parlementsverkiezingen van 18 september 1961 kozen de Burundezen voor de ‘Union pour le Progrès National ‘(UPRONA) en haar leider Prins Louis Rwagasore. Een maand later, op 13 oktober, werd Prins Rwagasore vermoord. De onafhankelijkheid van het land werd uitgeroepen op 1 juli 1962, de datum die toen werd gekozen om de nationale feestdag te vieren, en koning Mwambutsa IV stelde een regime van constitutionele monarchie in.

Het postkoloniale tijdperk: een opeenvolging van bloedbaden en staatsgrepen

De geschiedenis van Burundi wordt sinds de eerste jaren van de onafhankelijkheid in 1962 gekenmerkt door etnisch geweld, verscherpt door een bittere machtsstrijd onder Tutsi’s, die in het begin het land regeerden.

De Hutu’s zijn veruit het talrijkst en vertegenwoordigen ongeveer 85% van de bevolking (10,5 miljoen inwoners in 2013), terwijl de Tutsi’s 14% uitmaken.

In 1972 brak een Hutu-opstand uit tegen de toenmalige macht van de Tutsi-minderheid, gekenmerkt door Tutsi-moorden. De repressie veranderde al snel in systematische slachtpartijen van leden van de Hutu-elite, waarbij volgens schattingen tussen de 100.000 en 300.000 doden vielen. In 1988 onderging het land nieuwe bloedbaden.

In 1976 bracht een staatsgreep de Tutsi Jean-Baptiste Bagaza aan de macht. In 1987 werd hij omvergeworpen en werd de Tutsi Pierre Buyoya staatshoofd. De moord op de eerste Hutu-president, Melchior Ndadaye, in oktober 1993 in een poging tot staatsgreep door Tutsi-soldaten, werd weeral gevolgd door bloedbaden. Die moord heeft een burgeroorlog ontketend tussen het leger, onder leiding van de Tutsi-etnische groep, en de Hutu-rebellen.

Cyprien Ntaryamira, de opvolger van President Ndadaye, vond in april 1994 de dood, samen met de Rwandese president Juvénal Habyarimana, wiens vliegtuig werd neergeschoten in Kigali.

In juli 1996 bracht een staatsgreep Pierre Buyoya weer aan de macht en begon hij onderhandelingen met de politieke en gewapende oppositie. In 2000 werd in Arusha, Tanzania, een vredesakkoord ondertekend, maar de twee belangrijkste rebellenbewegingen weigerden zich hierbij aan te sluiten.

Eind 2003 legde de belangrijkste opstand, de Conseil national pour la Défense de la Démocratie – Forces pour la Défense de la Démocratie (Cndd-FDD), de wapens neer.

In 2006 ondertekenden de regering en de rebellen van de Forces nationales de libération (FNL) een staakt-het-vuren. De burgeroorlog, van 1993 tot 2006, eiste bijna 300.000 levens, voornamelijk aan burgers, en ruïneerde de economie.

Sinds de laatste verkiezingen in 2010 heeft het land te maken gehad met meer gewapend geweld, waaronder verschillende invallen van rebellengroeperingen vanuit de naburige Democratische Republiek Congo.

In juni 2010 werd Peter Nkurunziza herkozen voor een tweede termijn in een presidentsverkiezing waarbij hij de enige kandidaat was ; bijna de hele oppositie boycotte de stemming, met het argument dat er sprake was van fraude. De Cndd-FDD behaalde een zeer grote overwinning bij de parlements- en senaatsverkiezingen. Het werd herkozen in 2015, nog steeds in hetzelfde klimaat van verdenking. De President kondigde aan dat hij geen vierde termijn zou nastreven. Hij won de presidentsverkiezingen, die werden gekenmerkt door massale fraude en een verbod op de aanwezigheid van buitenlandse waarnemers. Het werd geïnvesteerd op 18 juni 2020 na het onverwachte overlijden van voormalig president Pierre Nkurunziza.

Burundi, een niet aan zee grenzend land in Centraal-Afrika, grenzend aan Rwanda, Tanzania en de Democratische Republiek Congo, is een van de kleinste staten van Afrika (27.834 km2 ) en een van de dichtstbevolkte staten van het continent. De katholieke kerk vertegenwoordigt tussen 75% en 80% van de bevolking.

Burundi is een agrarisch land, met boeren die 89% van de bevolking uitmaken. De economie is gebaseerd op de export van koffie en thee, maar de burgeroorlog heeft het land verwoest, een van de armste op de planeet : 67% van de bevolking leeft onder de armoedegrens, en in 2018 bedroeg het BNI per hoofd van de bevolking 280 dollar. Internationale hulp is er dan ook een belangrijk levensnoodzakelijke factor.