a

Statuut van de oudstrijders van de koloniale periode

10 februari, 2020 | URBA KBAU

Beloning en pensioenen verschuldigd door België aan Congolese veteranen die dienden tijdens het koloniale tijdperk (La Libre Afrique) – antwoord van André de Maere, Erebestuurder van KBAU.

Het AFP-bericht, dat ook een documentaire over deze veteranen vermeldt, citeert de woorden van twee van hen, die in de negentig zijn, waarin ze hun verontwaardiging uiten over de “ondankbaarheid” van de voormalige kolonisator, in tegenstelling tot Frankrijk, “dat zich tot op de dag van vandaag bekommert om de overlevenden van de Tweede Wereldoorlog uit zijn voormalige koloniën en hun erfgenamen”.

André de Maere d’Aertrycke reageerde op deze publicatie bij La Libre Afrique.be. Hij vertelde ons dat “het niet de schuld van België is dat veteranen van de Force Publique hun pensioen niet ontvangen”. In de jaren 1970 “sloot de Belgische regering een akkoord met maarschalk Mobutu dat voorzag in de kwijtschelding van een Zaïrese telecomschuld in ruil voor het overnemen door Zaïre van de betaling van de pensioenen aan ex-militairen. In 1990 betaalde België ook een pensioenfonds aan Zaïre”. Maar blijkbaar “hebben de veteranen er nooit een cent van gezien”.

Geld “verloren” onder Mobutu

Tijdens de Tweede Wereldoorlog dienden ongeveer 10.000 Congolezen in het Belgische leger. De kwestie van hun pensioenen kwam in 2006 al ter sprake in België. De toenmalige minister van Defensie, de socialist André Flahaut, legde aan onze collega’s van Le Soir uit: “Een vorige regering betaalde Mobutu een bedrag zodat hij de pensioenen zelf kon beheren. Een bedrag dat verloren ging. De Congolese autoriteiten werd toen gevraagd om een lijst op te stellen van de veteranen. Maar dat kost tijd. Zodra dat gebeurd is, zullen we beslissen of we de pensioenen betalen of niet.

Een andere lezer van La Libre Afrique.be gepensioneerd dokter-kolonel Marc Georges – die ons vertelt dat hij deelnam aan een missie georganiseerd door de Belgische Defensie ten voordele van de veteranen in Kinshasa” – benadrukt dat hij “geenszins de inzet van de twee genoemde veteranen” wil bagatelliseren, maar dat “de Belgische Congolese Overheidsmacht geen gevechtstroepen naar Birma stuurde. Ze stuurde echter wel een veldhospitaal, de 10e Casualty Clearing Station van Belgisch Congo, onder leiding van dokter Thomas”, waarvan het personeel “nooit aan gevechten heeft deelgenomen”.

Een tehuis en Belgische ambulances gekaapt

Dr. Georges voegt eraan toe dat “in de buurt van Place de la Victoire, in Kinshasa, de veteranen een tehuis hadden die België voor de onafhankelijkheid had gebouwd en die hen ter beschikking was gesteld. Theoretisch waren ze er de baas over en alle winst die ze maakten (door evenementen te organiseren) had natuurlijk naar hen moeten gaan”. Maar “de veteranen hebben nooit enige inspraak gehad in het beheer van deze instelling, die werd “overgenomen” door een persoon (of personen?) die dicht bij het regime stond”.

Tot slot wijst Dr. Georges erop dat minister Flahaut de Congolese regering “twee Ford Transit ambulances en twee Opel Kadetts, in perfect werkende staat, had gegeven, bestemd voor de veteranen. De veteranen hebben er ook nooit een spoor van gezien. De ambulances werden gebruikt als transportvoertuigen (mensen en goederen) door FARDC-soldaten, maar nooit om zieken of gewonden te vervoeren. De Opel Kadett werd gebruikt als verbindingsvoertuigen voor de garnizoensofficieren.

https://afrique.lalibre.be/46548/rdcongo-la-belgique-na-pas-abandonne-ses-anciens-combattants-congolais/

Découvrez nos autres articles